Onderzoek Rekenkamer: Armoedebeleid Noordoostpolder kan effectiever

ongeveer een maand geleden gepubliceerd

De Rekenkamer van de gemeente Noordoostpolder heeft het lokale armoedebeleid en de uitvoering ervan onderzocht en presenteert een aantal conclusies en aanbevelingen voor verbetering.

Sobere Armoederegelingen

Het beleid van de gemeente wordt beschouwd als sober in vergelijking met andere gemeentes, vanwege de inkomensgrens van 100 tot 110 procent van het sociaal minimum. Er is een maatwerkbudget beschikbaar voor individuele gevallen die net buiten de armoederegeling vallen, maar dit wordt zelden toegepast. In 2022 was de besteding voor dit maatwerk slechts 2.770 euro.

Daarnaast blijkt dat de gemeente geen actieve monitoring uitvoert op de kerngegevens rond armoede, en niet controleert of de verschillende regelingen bijdragen aan de verlichting van armoede.

Voorlichting en Aanvraagprocedure

Hoewel de gemeente een aanzienlijk deel van de mensen die in armoede leven bereikt, is er nog ruimte voor verbetering. De voorlichting kan duidelijker, en de aanvraagprocedure kan klantvriendelijker. De samenwerking met andere instellingen op het gebied van armoede wordt positief beoordeeld, maar de gemeente zou meer regie kunnen nemen in deze samenwerking.

Overschot op het Budget

Jaarlijks houdt de gemeente een aanzienlijk bedrag over van het budget voor het armoedebeleid. In 2022 was er ruim 1.500.000 euro beschikbaar, terwijl de uitgaven slechts ruim 1.000.000 euro bedroegen. Er zijn geen analyses gemaakt van de oorzaken van deze onderschrijding, noch van de gevolgen ervan voor de doelstellingen van het armoedebeleid.

Aanbevelingen van de Rekenkamer

De Rekenkamer heeft in haar rapport een aantal aanbevelingen gedaan aan de gemeente. Deze omvatten het beter in kaart brengen van de doelgroep, het heroverwegen van het maatwerkbudget, het verbeteren van de toegang tot het sociaal loket, en het vergroten van de transparantie naar de gemeenteraad over de begroting voor het armoedebeleid.

Het rapport is aangeboden aan de gemeenteraad en zal verder worden besproken in de komende vergaderingen. Op 8 april zal de Rekenkamer een toelichting geven op het rapport, en de gemeenteraad zal het rapport behandelen op 21 mei.